In de snel veranderende wereld van vandaag is het belangrijk om innovatie op een gestructureerde manier aan te pakken. Dit helpt organisaties om voorop te blijven lopen en zich te richten op hun toekomstige doelen. Een strategie die de klant centraal stelt en waarde creëert, is daarbij essentieel.
In deze blog delen we vier manieren om structuur aan te brengen in de zoektocht naar vernieuwing. Dit is vooral relevant voor organisaties die werken aan de toekomst (horizonnen 2 en 3) in plaats van alleen de dagelijkse uitvoering (horizon 1).
De innovatiepaden kunnen we indelen in intern/extern en gecentraliseerd/decentraal.
Intern: Innovatie dicht bij de kernactiviteiten van het bedrijf, gericht op het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten.
Extern: Innovatie buiten de bedrijfsmuren, waarbij nieuwe ideeën en vaardigheden van buiten worden ingebracht om nieuwe waardeproposities te creëren.
Gecentraliseerd: Innovatie op organisatieniveau, met volledige steun van het management.
Decentraal: Innovatie binnen individuele teams of afdelingen, gericht op specifieke toekomstige behoeften.
Elk pad biedt een strategie voor bedrijven om innovatie te bevorderen.
Afhankelijk van je bedrijfsdoelen, kun je één of meerdere strategieën inzetten. Hier zijn enkele overwegingen per strategie.
Gecentraliseerd Extern (open innovatiehubs):
Ideaal voor bedrijven die samen met externe partners of leveranciers nieuwe businessmodellen willen ontwikkelen.
Overzicht: Gericht op toekomst (horizonen 2 en 3). Denk aan innovatiehubs of labs die samenwerken met startups.
Voordelen: Samenwerken met externen versnelt ontwikkeling en biedt nieuwe mogelijkheden.
Beperkingen: Kan lastig zijn om draagvlak te krijgen binnen het bedrijf.
Voorbeeld: Schiphol Amsterdam Airport experimenteert in een innovatiehub met de nieuwste technologieën en werkt samen met startups zoals Hardt Hyperloop.
Gecentraliseerd Intern (één innovatiedepartement): Geschikt voor bedrijven met een duidelijke focus op innovatie.
Overzicht: Gericht op toekomst (horizonen 2 en 3). Eén innovatiedepartement werkt nauw samen met verschillende business units.
Voordelen: Eenvoudig te beheren en consistente standaarden.
Beperkingen: Business units kunnen moeite hebben om zich te committeren aan nieuwe ideeën.
Voorbeeld: ING Labs in Amsterdam en Singapore ontwikkelen nieuwe initiatieven met een gestructureerd innovatieproces. Walmart’s Store08 richt zich op grote commerciële innovaties.
Decentraal Extern (community van uitvoerders en partners):
Geschikt voor kleinere innovatie-initiatieven die niet intern ontwikkeld kunnen worden.
Overzicht: Gericht op toekomstige innovaties (horizon 2). Business units besteden projecten uit aan lokale partners.
Voordelen: Slanke aanpak en toegang tot een breder netwerk van experts.
Beperkingen: Focus behouden kan lastig zijn en het vinden van de juiste mensen kan een uitdaging zijn.
Voorbeeld: De stad Rotterdam gebruikt een ecosysteem van labs voor thema’s zoals duurzaamheid en mobiliteit.
Decentraal Intern (business unit innovatie teams):
Geschikt voor grote bedrijven met meerdere business units.
Overzicht: Elke unit heeft eigen innovatie-inspanningen en budget, afgestemd op marktomstandigheden.
Voordelen: Schaalbaar en afgestemd op specifieke behoeften.
Beperkingen: Diffuus bestuur en mogelijk inefficiënties tussen units.
Voorbeeld: Google-teams werken onafhankelijk aan innovaties en benutten samenwerking tussen teams.
Er is geen one-size-fits-all oplossing voor innovatie. Veel organisaties combineren meerdere strategieën om aan verschillende behoeften te voldoen. ING bijvoorbeeld, combineert interne en externe innovatie met labs op vier locaties.
Het kiezen van de juiste strategie hangt af van je businessmodel en bereidheid om te investeren. Waar een wil is, is een weg.